Usual suspects of betrokken inwoners? NIMBY's of ROHAC's?

Beste lezer,

Dit jaar lijkt het ‘jaar van participatie’ te worden voor Communicatie. Een verplicht nummer als de Omgevingswet van kracht wordt in 2023 (zou het er eindelijk van gaan komen?). Maar ook steeds meer het toverstafje om de groeiende kloof tussen overheid en samenleving te dichten. Ik verwacht dat in heel wat van de nieuwe coalitieakkoorden mooie voornemens staan om samen met inwoners, ondernemers en organisaties aan de slag te gaan.

Dat zal ook wel moeten, want de overheid staat voor grote opgaven. Opgaven die grote impact hebben op inwoners. Denk alleen al aan de energietransitie: waar moeten al die windmolens en zonneparken komen? Of aan de opgave om ruimte maken voor wonen. Iedereen wil fijn wonen, maar ga je bouwen in het groen of in de stad? En hoe vind je in de stad ruimte voor wonen én groen? Wat vinden inwoners daar allemaal van?

“Er wordt al angstig gesproken over de NIMBY 3.0: de hoogopgeleide, goed geïnformeerde en veel tijd bezittende mens die alles uit de kast zal halen om uit puur eigenbelang de urgente opgaven waar ons land voor staat te torpederen”, zegt Frans Soeterbroek daarover in zijn nieuwste blog op De ruimtemaker. En tegelijkertijd geeft hij aan waarom het tegenwicht van inwoners zo belangrijk is: “Vanuit democratisch oogpunt en vanuit de zorg voor een veilige, gezonde en prettige leefomgeving (vastgelegd in de grondwet en de omgevingswet) kunnen we niet zonder bewoners die niet zomaar alles wat op ze afkomt accepteren. En de verhoudingen zijn al behoorlijk scheefgetrokken omdat het burgers nauwelijks lukt plannen van overheid en markt echt bij te sturen, hooguit te vertragen.”

Soeterbroek signaleert dat de participatiecultuur van de overheid zelf een grote NIMBY-kweekvijver is: “In onderzoeken van rekenkamers, ombudsmannen, media en gemeenteraden naar de lokale participatiepraktijk kom je altijd varianten tegen op de volgende analyse: mensen zijn te laat betrokken, de informatievoorziening was slecht, er werd alleen maar ruimte geboden om over inpassing en marginale aanpassingen te praten en het is volstrekt onhelder wat er met de inbreng van bewoners gebeurt.” Dit beeld kwam ook naar voren in onderzoek dat ik eind vorig jaar deed met Aart Paardekooper: “Inwoners worden te weinig betrokken bij nieuwe plannen binnen hun gemeente.

Soeterbroek eindigt zijn scherpe analyse met een hartekreet die ik van harte ondersteun: “Wijken zitten vol met vindingrijke, redelijke en gulle mensen die echt wel breder kijken dan hun achtertuin diep is, maar we hebben echt verleerd die kwaliteiten aan te boren. Laten we om te beginnen dat denigrerende begrip NIMBY bij het grof vuil zetten en de burgers van dit land aanspreken op wat ze wel blijken te doen en te zijn: opkomen voor hun leefomgeving en onze gemeenschappen. De ROHAC dus: ‘Respect Our Habitat and Communities’.”

Ben je geïnteresseerd in dit onderwerp? Luister dan ook eens naar deze podcast over de ‘usual suspects’ en waarom we deze term nooit meer mogen gebruiken. Ik ging hierover in gesprek met Marije van den Berg, Christine Bleijenberg, Thijs van Mierlo en Pascale Georgopoulou. Je kunt ook het (korte) verslag hierover lezen van Thijs of de column van Pascale. Alweer uit 2019, maar nog steeds actueel …

Hartelijke groeten,

Renata

Vorige
Vorige

Kunnen ouderen overweg met de digitale overheid?

Volgende
Volgende

Werken aan vertrouwen of betrouwbaar zijn?